Eis #1: Woonbeleid dat beschikbaarheid, betaalbaarheid en woonzekerheid garandeert.
Het huidig tekort aan woningen in Nederland is ruim 300.000. Wachttijden voor sociale huur zijn in een kwart van de Nederlandse gemeente minimaal 7 jaar en de helft van de nieuw aangeboden huurcontracten is tijdelijk. Het huidige woonbeleid faalt gigantisch in haar taak om ons te voorzien van genoeg, betaalbare woningen met woonzekerheid. Daarom eisen we een radicaal nieuw woonbeleid waarin beschikbaarheid, betaalbaarheid en woonzekerheid centraal staan.
Eis #2: Geen dakloosheid, geen huisuitzettingen, geen gedwongen verhuizingen en opheffing van het kraakverbod.
Arbeidsmigranten die rechteloos op straat komen te staan, antikraakhuurders die voor elkaar worden ingewisseld, vrijesectorhuurders die na een tijdelijk contract dakloos worden of ouders die na een scheiding op straat slapen door het schrijnende gebrek aan betaalbare woningen. De dakloosheid in Nederland is ruim verdubbeld in 10 jaar tijd, onder jongeren zelfs verdrievoudigd, en is voor een belangrijk deel toe te wijzen aan de woningcrisis en het beleid dat in de afgelopen 10 jaar is doorgevoerd. Daarom eisen wij op 17 oktober: Geen dakloosheid, geen huisuitzettingen, geen gedwongen verhuizingen en opheffing van het kraakverbod.
Eis #3: Investeringen in breed toegankelijke volkshuisvesting: stop de afbraak van de sociale sector, schaf de verhuurderheffing af.
Het huidige woonbeleid is hard bezig de sociale huursector af te breken. In de afgelopen jaren zijn inkomensgrenzen strenger gemaakt. Mensen zijn met gerichte huurverhogingen hun woningen uitgejaagd. En het aantal sociale huurwoningen is sterk afgenomen door liberalisering, verkoop en sloop. Iedereen is bekend met het resultaat: wachtlijsten voor een sociale huurwoning van 10 jaar of langer, ook buiten de randstad. Het is haast onmogelijk om een betaalbare woning te vinden.
Wij eisen breed toegankelijke volkshuisvesting, wat betekent dat sociale huurwoningen voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar zouden moeten zijn. Dus niet alleen voor mensen met de laagste inkomens, maar ook voor mensen met een middeninkomen. Voor iedereen die nu gedwongen wordt in de vrije sector te huren. En voor iedereen die in hun eigen stad geen woning meer kan betalen. Wonen is een basisbehoefte en zou niet aan de ‘vrije’ markt moeten worden overgelaten. Sociale huur is een goede manier om op de lange termijn betaalbaarheid en toegankelijkheid te garanderen voor zoveel mogelijk mensen.
Wij eisen dat het rijk meer investeert in de bouw van sociale huurwoningen, gemeenten stoppen met het voeren van sloopbeleid, en verkoop en liberalisering van sociale huurwoningen tegengehouden wordt. De afbraak van de sociale huursector moet stoppen.
Een eerste stap is het afschaffen van de verhuurderheffing. Deze belasting kostte woningbouwcorporaties al meer dan 11 miljard euro en is niets anders dan een ideologisch gemotiveerde belasting op sociaal wonen. Dit is geld dat anders in de bouw en verduurzaming van sociale huurwoningen gestoken kan worden!
Eis #4: Geen discriminerend beleid. Weg met de Rotterdamwet en meer woningen voor mensen met een beperking.
De problematiek rondom de Rotterdamwet brachten we gister al onder de aandacht. De Rotterdamwet discrimineert, stigmatiseert en raakt mensen met een migratieachtergrond onevenredig hard, door in bepaalde wijken bewoners op basis van hun inkomen, sociaal-economische achtergrond of politiemeldingen te kunnen weigeren. Dit heeft soms grote gevolgen.
Zo werd in september 2020 een alleenstaande moeder en haar zoon een sociale huurwoning in Rotterdam geweigerd op basis van de Rotterdamwet. Moeder en zoon werden bedreigd door een aanstaande huisuitzetting in Den Haag, maar vonden op tijd een sociale huurwoning in Rotterdam. Op de dag van de sleuteloverdracht kregen zij echter te horen niet in de woning te mogen wonen, vanwege de Rotterdamwet. De Bond Precaire Woonvormen kwam samen met haar in actie om de huisuitzetting te voorkomen, maar uiteindelijk moest zij uitwijken naar een sloopwoning in Den Haag zuid-west met een tijdelijk contract op basis van leegstandsbeheer. Van sociale huurwoning met woonzekerheid, naar een slooppand met een tijdelijk contract. Keiharde uitsluiting van volkshuisvesting, en het resultaat van politiek beleid.
Eis #5: Volwaardige zeggenschap én onafhankelijke ondersteuning voor bewoners bij plannen voor hun woning, buurt en stad.
Het gebeurt te vaak dat bewoners niet worden betrokken bij plannen voor hun woning, buurt en stad. In plaats van bewoners vanaf het begin onderdeel te maken van de plannen, worden zij voor voldongen feiten gesteld. Hierdoor worden bewoners geschoffeerd, wordt waardevolle kennis over een buurt niet meegenomen in besluitvorming, en wordt mensen hun recht op zeggenschap ontnomen.
De Wet Overleg Huurders Verhuurders regelt dat huurders recht op hebben op participatie, maar in de praktijk wordt dit weinig gewaarborgd door gemeente en corporaties. Eigenaar-bewoners en tijdelijke huurders hebben meestal nog minder te zeggen, omdat voor hen niets is vastgelegd. En waar bewoners wél betrokken worden, hebben ze vaak geen toegang tot juridische en technische expertise die nodig is om volwaardige zeggenschap af te dwingen.
Daarom eisen wij volwaardige zeggenschap én onafhankelijke ondersteuning voor alle bewoners bij plannen voor hun woning, buurt en stad. Maak plannen met, niet voor bewoners!
Eis #6: Indamming van de financialisering van huisvesting: huizen zijn geen handelswaar. Bevries de huren voor 5 jaar.
Meer en meer worden woningen gebruikt als beleggingsobject. Investeerders van over de hele wereld beleggen hun geld in de Nederlandse vastgoedmarkt om te kunnen profiteren van stijgende huur- en huizenprijzen. Huisvesting is verworden tot investeringsmogelijkheid, een manier om makkelijk geld te verdienen, zonder daarvoor te moeten werken. De financiële wereld, banken, vastgoedfondsen, pensioenfondsen en speculanten, zijn woningen gaan verhandelen alsof het aandelen zijn.
Tegelijkertijd zijn mensen steeds afhankelijker gemaakt van financiële spelers voor hun woonbehoeften. Zonder toegang tot hypotheek of spaargeld is het onmogelijk om een huis te kunnen kopen. En ook huurders worden geraakt door de financialisering van huisvesting. Denk aan de huurders van woningcorporatie Vivare in Arnhem, wiens (voorheen sociale!) huurwoningen met miljoenenwinsten verhandeld werden door internationale vastgoedspeculanten. Nadat hun woningen van eigenaar waren gewisseld, zijn de huren alleen maar gestegen. Beleggers die kopen om te verhuren (buy-to-let) dragen bij aan de prijsstijging van woningen.
Wij eisen dat de financialisering van huisvesting wordt ingedamd. Het is niet normaal dat vastgoedbeleggers hoge winsten opstrijken ten koste van huurders en startende kopers. In de afgelopen decennia is de positie van vastgoedspeculanten door bewust beleid versterkt. Huurbescherming is afgebroken, inkomsten uit vastgoed worden nauwelijks belast, en de sociale sector is beperkt om ruim baan te geven aan verhuurders in de vrije sector. Dit probleem oplossen vereist meerdere maatregelen, zoals de opkoopbescherming en het belasten van huurinkomsten. Daarnaast zorgt het terugdraaien van flexhuur en reguleren van de huurprijzen ervoor dat beleggers niet langer kunnen profiteren van exorbitante prijsstijgingen. En het bevriezen van de huren voor 5 jaar verlicht niet alleen de woonlasten van huurders maar maakt ook speculatie onaantrekkelijk.
Eis #7: Minder marktwerking, lagere huren: haal de WOZ-waarde uit de huurprijs, reguleer huurprijzen óók in de vrije sector, en maak het puntenstelsel algemeen bindend. Bestraf te hoge huren.
Voor sociale huurwoningen geldt dat de maximale huur is gebaseerd op het aantal punten dat de woning scoort in het puntenstelsel van de Huurcommissie (dat is onder meer gebaseerd op woonoppervlakte en voorzieningen die de woning heeft). Verhuurders geven niet altijd inzicht in hoe zij hun huur berekenen, dus het is aan de huurder om te controleren of die niet te veel betaalt. Als je te veel betaalt kan de Huurcommissie een uitspraak doen over het verlagen van de huur. De verhuurder krijgt dan een boete van slechts €300.
Bovenstaande geldt alleen voor sociale huur. Als de toegestane huurprijs (volgens het puntenstelsel) boven de liberalisatiegrens van €752,33 per maand is, valt de woning in de vrije sector en mag de verhuurder vragen wat die wil. Daarnaast bieden vooral particulieren verhuurders ook woningen die eigenlijk onder de liberalisatiegrens zouden moeten vallen, aan voor vrije sector prijzen. Onder het motto, wie niet waagt wie niet wint. Je bent als huurder machteloos.
Voor sociale huur geldt sinds 2015 dat de WOZ-waarde deel is van het puntenstelsel. Dit mechanisme drijft de prijzen van woningen op. De WOZ-waarde wordt namelijk gebaseerd op de huidige prijzen van woningen in de omgeving. Via de WOZ-waarde komen prijsstijgingen van de vrije markt ook de sociale huursector binnen en dit kan de huur doen stijgen tot boven de liberalisatiegrens. Dan kan de verhuurder de prijzen nog verder omhoog gooien.
Wij eisen minder marktwerking, lagere huren: haal de WOZ-waarde uit de huurprijs, reguleer huurprijzen óók in de vrije sector, en maak het puntenstelsel algemeen bindend. Bestraf te hoge huren en pak huisjesmelkers aan.
Eis #8: Behandel kopen en huren als gelijkwaardig. Geef ruim baan en grondposities aan wooncoöperaties.
Al decennialang worden mensen in Nederland met beleid gestimuleerd een eigen woning te kopen: huren zou een verspilling van je geld zijn, en kopen de superieure optie. Met fiscale voordelen voor kopers, zoals de hypotheekrenteaftrek en de jubelton, en alsmaar ruimere leennormen van banken, is het eigenwoningbezit bewust gestimuleerd. Dit heeft de woningprijzen opgedreven tot een punt dat het bezitten van een eigen woning voor een nieuwe generatie woningzoekenden onbereikbaar is geworden.
Op dit moment zijn huurders, en vooral jongeren en starters, een groter deel van hun inkomen kwijt aan hun woning dan kopers dat zijn. Tegelijkertijd is voor veel huurders een koopwoning onbetaalbaar. Beleid dat eigenwoningbezit bevordert, heeft aan deze ongelijkheid bijgedragen. Huren zou een betaalbare en toegankelijke optie naast kopen moeten zijn, zodat mensen een keuze hebben en niet noodgedwongen te duur huren, of te zware hypotheeklasten aangaan. Daarom eisen wij dat kopen en huren als gelijkwaardig behandeld worden. Dit betekent dat er ander beleid gevoerd moet worden dat de woonongelijkheid tussen kopers en huurders verkleint en onevenredige fiscale voordelen voor kopers afbouwt.
Geef ook meer ruimte aan andere woonvormen, zoals wooncoöperaties. Wooncoöperaties zijn een alternatief voor te dure koopwoningen en te hoge huren: door gezamenlijk woningen te bezitten en beheren kunnen huurprijzen laag gehouden worden, en woningen onttrokken worden aan de prijsopdrijvende effecten van de woningmarkt. Toegang tot betaalbare bouwgrond is noodzakelijk voor wooncoöperaties en gemeenten moeten hierin het voortouw nemen. Maak het mogelijk voor coöperaties zich te vestigen door hen bouwgrond aan te bieden voor een sociale prijs en hen financieel te ondersteunen in hun ontwikkelingsfase.
Eis #9: Keer de flexibilisering en garandeer woonzekerheid: vaste huurcontracten en permanente huisvesting.
Sinds 1 juli 2016 zijn tijdelijke huurcontracten voor reguliere huurders toegestaan volgens de Wet Doorstroming Huurmarkt. Sindsdien is de tijdelijke verhuur, of flexhuur, alleen maar toegenomen: inmiddels bestaan er minstens 12 verschillende soorten tijdelijke contracten en wordt ongeveer 50 procent van de huurwoningen met zo’n contract aangeboden. Dit heeft geleid tot normalisering van tijdelijke huur en van flexcontracten en dit heeft grote gevolgen voor bewoners. Zij hebben grote onzekerheid over hun woonsituatie en worden daardoor de rust en stabiliteit om hun leven op te bouwen ontnomen.
Daarnaast drijven tijdelijke contracten de huurprijzen op. Terwijl lopende huurcontracten gebonden zijn aan een wettelijke maximale huurverhoging, geldt dit niet voor nieuwe huurders. Daarom is het voor verhuurders financieel aantrekkelijk om tijdelijke huurcontracten aan te bieden: als het contract afloopt, kan de verhuurder een nieuw tijdelijk contract aanbieden met een hogere huurprijs. Zo leiden tijdelijke contracten tot hogere huren.
Wij eisen dat de flexibilisering van huren wordt teruggedraaid en huurders opnieuw woonzekerheid wordt geboden. In plaats van van te zoeken naar oplossingen voor ‘betere’ flexhuur, zoals voorgesteld door demissionair minister Ollongren, eisen wij het daadwerkelijk hanteren van permanente contracten als de norm.